Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie wordt met name toegepast bij stemmingsstoornissen (bijvoorbeeld depressie), angststoornissen, eetstoornissen en somatoforme stoornissen (onverklaarbare lichamelijke klachten). Bij deze therapievorm wordt ervan uitgegaan dat een gebeurtenis, gedachten, gevoelens en gedrag met elkaar verbonden zijn.

Door een negatieve ervaring kan iemand negatieve gedachten over zichzelf, anderen en de wereld ontwikkelen. Tijdens de therapie gaat de therapeut met de persoon in gesprek over de mate waarin deze gedachten op realiteit berusten. Het accent ligt op het aanleren van alternatieve, ‘realistische’ gedachten.

Door het veranderen van de denkbeelden kan de gevoelstoestand in positieve zin veranderen. Dit heeft weer positieve gevolgen voor het doen en laten van de persoon waardoor de klachten afnemen. Er wordt gewerkt met huiswerkopdrachten en oefeningen waardoor de cliënt zelf een grote bijdrage levert aan de therapie en zo leert effectief angst en depressie onder controle te krijgen.